Biografie Leo Colins

Colins_1910_SAL_CollectieUytterhoeven_map90

Stadsarchief Leuven, collectie Sprengers

Leo Colins
Burgemeester van Leuven
65 jaar
Woont in de Vital Decosterstraat, Leuven


Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, is Leo Colins burgemeester van Leuven. Op 5 augustus verhuist de koning en zijn militaire staf naar Leuven om dichter bij het front te zitten. Vanuit Leuven worden de militaire operaties bij Luik en de posities van het veldleger bij de Getelinie geleid. Door het uitroepen van de staat van beleg op 6 augustus 1914 staat de burgemeester onder het gezag van de militaire bevelhebber van de provincie.

Op 19 augustus maakt Colins de Duitse intocht in Leuven mee. De dag voordien was het Belgische veldleger door een veel sterkere Duitse troepenmacht bij de Gete tussen Diest-Tienen-Jodoigne overweldigd. Het Belgische leger trok zich naar Antwerpen terug. Een dun bezette achterhoede dekt de aftocht. De eenheden van één divisie passeren via Leuven, maar tot een echte verdediging van de stad komt het niet. Zonder trekken Duitse troepen Leuven binnen. Voortaan zou Leuven onder de Duitse bezettingsmacht vallen. Colins kon niet anders dan het nieuwe gezag te aanvaarden en de voorwaarden voor de machtsovername aanhoren. En opnieuw werd Leuven het hoofdkwartier van waaruit militaire operaties werden geleid, want generaal Alexander von Kluck, bevelhebber van het Duitse leger op doortocht, nam er  voor enkele dagen zijn intrek. Op 23 augustus volgde de installatie van een heuse Kommandantur, onder leiding van majoor Walter von Manteuffel.

Affiche_19140821_gijzelaars

Het is snel duidelijk hoe de machtsverhoudingen precies liggen. Als op 21 augustus de nieuwe bezettingsmacht gijzelaars neemt als afschrikking ten aanzien van de bevolking, is Colins één van hen. Mocht de bevolking niet gedwee in de pas lopen, dan zouden de gijzelaars het met hun leven moeten bekopen. Een dag later nemen andere gezagdragers de plaats van de gijzelaars in. Maar Colins houdt het voor bekeken en ontvlucht in het geheim de stad, waarschijnlijk naar Nederland. Niet onterecht vreest hij voor zijn leven. In sommige andere bezette stadjes of dorpjes was de burgemeester of zijn familie al omgebracht. Toen de terreur op de bevolking uitbrak, was er dus eigenlijk geen wettelijk verkozen, burgerlijk gezag meer in Leuven.

Op 30 augustus neemt Alfred Nerincx de rol van dienstdoend burgemeester in een bezette stad tijdelijk over. Een ‘comité van notabelen’, bijna allemaal mensen uit het door de universiteit gerunde St-Thomas noodhospitaal, zet zijn gezag kracht bij. Want ondertussen bevinden zich ook geen schepenen en nauwelijks nog gemeenteraadsleden binnen de stadsvesten. Maandenlang wordt Leuven door vrijwilligers geleid. Vanaf september beginnen enkele raadsleden terug te keren, in oktober de eerste schepenen. Toch zou het nog tot eind januari duren vooraleer ook Colins de stap waagt. Hij keerde pas uit Nederland terug na garanties over zijn persoonlijke veiligheid, wat eigenlijk niet kon zonder medeweten van de Duitse militaire overheid in Leuven, toen o.l.v. kolonel Lübbert. Op 1 februari 1915 neemt Colins opnieuw zijn functie van burgemeester op.

Biblio: Vandeweyer L. De stad moet verder leven, in Ceunen M. & Veldeman P. (red.) Aan onze helden en martelaren… Beelden van de brand van Leuven. Leuven 2004, p. 61-81; Von Kluck A. Der Marsch auf Paris und der Marneschlacht 1914. Berlin 1920; Stadsarchief Leuven, Fonds Varia, nr. IV, A. Nerincx. 4. Redenen van de verwoesting van Leuven (na 1918).