Donderdag 20 augustus 1914

Bezetting maakt slachtoffers

Van mijn collega en burgemeester van Kessel-Lo, Jozef Pierre, verneem ik zopas dat de Duitsers bij het binnentrekken van Kessel-Lo gisterennamiddag verschillende landbouwers hebben doodgeschoten. In de Heidebergstraat en de Zavelstraat zijn de lichamen van negen inwoners gevonden, waaronder vader en zoon Pelgrims en de gebroeders Devroey. De jongste was nog maar 17 jaar. Vreselijk hoe ze daar te keer zijn gegaan. In Leuven is de Duitse bezetter onredelijk over de opeisingen en de inkwartieringen, maar de bevolking zelf is tenminste gespaard gebleven.

Over Leo Colins

Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, is Leo Colins burgemeester van Leuven. In die hoedanigheid ontvangt hij achtereenvolgens koning Albert, die zijn hoofdkwartier in Leuven onderbrengt; Duits bevelhebber von Kluck en majoor von Manteuffel. Bij de intocht van de Duitse troepen op 19 augustus 1914 moet hij een sterke militaire macht naast zich dulden. Het is snel duidelijk hoe de machtsverhoudingen precies liggen. Als op 21 augustus de militairen gijzelaars nemen als afschrikking ten aanzien van de bevolking, is Colins één van hen. Nadien houdt hij het voor bekeken en ontvlucht de stad naar Nederland. Eind januari 1915 keert hij terug.