Maandag 10 augustus 1914

Leuven doorgangsstad naar het front

Sinds het uitbreken van de oorlog  is Leuven een belangrijke doorgangsstad op weg naar het front geworden. Mensen delen zelfs eten uit aan de soldaten op doortocht: chocola, tabak, sigaren, fruit, een slok drank… De meeste hebben er verschillende stevige dagtochten op zitten. Ze zijn dan ook moe als ze voor de nacht hun intrek nemen in de kazernes of in de lokalen van de universiteit.

De kazernes zitten vol en nog meer troepen zie ik Leuven binnen trekken en weer verder gaan. Wie geluk heeft, kan met de trein of met de fiets, maar velen moeten te voet. Officieel weet niemand wat hun bestemming is, want dat probeert de legerleiding in ’s lands belang geheim te houden.

Koning Albert I kijkt toe op karabiniers-wielrijders (Illustrated War News)

Koning Albert I kijkt toe op karabiniers-wielrijders (Illustrated War News)

 

Over Leo Colins

Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, is Leo Colins burgemeester van Leuven. In die hoedanigheid ontvangt hij achtereenvolgens koning Albert, die zijn hoofdkwartier in Leuven onderbrengt; Duits bevelhebber von Kluck en majoor von Manteuffel. Bij de intocht van de Duitse troepen op 19 augustus 1914 moet hij een sterke militaire macht naast zich dulden. Het is snel duidelijk hoe de machtsverhoudingen precies liggen. Als op 21 augustus de militairen gijzelaars nemen als afschrikking ten aanzien van de bevolking, is Colins één van hen. Nadien houdt hij het voor bekeken en ontvlucht de stad naar Nederland. Eind januari 1915 keert hij terug.