Voor het eerst zie ik Duitse militairen terugkeren van de gevechtsoperaties. De voorbije weken heb ik alleen maar de omgekeerde beweging gezien: troepen die op doortocht door Leuven naar het front trekken. Bij duizenden, op de kadans van marcherende laarzen. Maar wat een zielige vertoning zie ik nu: geen triomferende opmars, wel wanorde, soldaten onder het stof, een lange rij lege munitiewagens en vele gewonde paarden.
Een nog triestiger schouwspel zijn de mannen, vrouwen en kinderen die langs de weg al bedelend een klein inkomen bijeen proberen te sprokkelen door postkaartjes te verkopen, een glas bier of reep chocola aan te bieden. Het zijn mensen die het bedelen niet gewoon zijn. Have en goed hebben ze verloren door al dat brute oorlogsgeweld.

De opbrengst van de verkoop van deze soort postkaartjes ging naar het Nationaal Hulp- en Voedingscomité. Dit kaartje met een afbeelding van de Belgische kunstenaar Pieter Braecke is verstuurd vanuit een Belgisch vluchtelingenkamp in Scheveningen naar de Leuvense brancardier Georges Jotthier aan het IJzerfront (foto Stadsarchief Leuven)