Donderdag 27 augustus 1914

Als gijzelaars uit Leuven gedeporteerd

Op het stationsplein is de chaos niet te overzien: een hele mensenzee, vele soldaten en metershoge barricades met meubels uit brandende huizen. De groep gevangenen waarbij ik ben ingedeeld, wordt in rijen van vier gezet, afgewisseld met een rij soldaten, ik voel hun bajonet in de rug. Omdat onze bewakers maar blijven herhalen dat burgers op hen schieten, moeten wij voorop lopen. Zo vangen wij de kogels op. Een levend schild zijn we!

Via de brandende Diestsevest, de vaart, de Keizersberg gaat onze tocht. Dan naar Herent, waar we kort bivakkeren en voor het eerst iets te eten krijgen. De soldaten krijgen rijst, hesp, zwart brood en water, wij overleven op water en brood. Het brood smaakt me. Ook al is het droog, honger doet eten.

Stationplein in Leuven, kort na de brandstichting (foto Harding Davis 1915)

Stationplein in Leuven, kort na de brandstichting (foto Harding Davis 1915)

Over Felix Boon

Felix Boon is een Leuvense wijnhandelaar, die met zijn gezin in de Justus-Lipsiusstraat woont als de oorlog in augustus 1914 uitbreekt. Hij raakt gescheiden van zijn gezin, wanneer hij door de Duitse troepen als levend schild wordt gebruikt en rond Mechelen door de frontlinie wordt gejaagd, samen met tientallen stadsgenoten. Na contacten met familie in wat toen nog onbezet België was, reist hij door naar Antwerpen. Boon richt daar een informatiebureau voor Leuvense vluchtelingen op. Later schrijft hij zijn ervaringen op in een lijvig oorlogsdagboek. Vandaag wordt het in het Universiteitsarchief van de KU Leuven bewaard ( BE/212934/PP/BOON).