Zaterdag 2 augustus 1914

Oorlogsdreiging

Ik vrees dat een oorlog nu wel onvermijdelijk wordt. Mijn schepene Vanderkelen, die ook senator is en in Brussel het nieuws heeft vernomen, is me net de laatste stand van zaken komen geven.

Zopas overhandigde de Duits gezant aan onze minister van Buitenlandse Zaken een ultimatum! Duitsland eist een ongehinderde doortocht door België. Als ons land op dit voorstel ingaat, dan stromen binnenkort Duitse troepen de grens over en zal Leuven niet gespaard worden. En in geval van een afwijzing, hebben we oorlog. Geen van de twee pistes is aanlokkelijk en allebei hebben ze gevolgen voor onze stad. Ik zal me –samen met mijn schepencollege- moeten beginnen voorbereiden op wat komen gaat.

Over Leo Colins

Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, is Leo Colins burgemeester van Leuven. In die hoedanigheid ontvangt hij achtereenvolgens koning Albert, die zijn hoofdkwartier in Leuven onderbrengt; Duits bevelhebber von Kluck en majoor von Manteuffel. Bij de intocht van de Duitse troepen op 19 augustus 1914 moet hij een sterke militaire macht naast zich dulden. Het is snel duidelijk hoe de machtsverhoudingen precies liggen. Als op 21 augustus de militairen gijzelaars nemen als afschrikking ten aanzien van de bevolking, is Colins één van hen. Nadien houdt hij het voor bekeken en ontvlucht de stad naar Nederland. Eind januari 1915 keert hij terug.