zaterdag 25 juli 1914

Ultimatum van Oostenrijk aan Servië

Vandaag reis ik door naar Frankfurt. Het valt me op hoezeer de oorlogsdreiging tussen Oostenrijk en Servië hét gespreksthema in de straat is. Ik merk ook dat de bereidheid om zich in een oorlog te storten, groot is. Een voorval vanavond in het restaurant waar ik dineer: een forse man komt binnen en verklaart met donderende stem dat Servië zich weigert te onderwerpen aan de voorwaarden van Oostenrijk. Hij besluit zijn betoog met de woorden dat Oostenrijk vanaf nu in oorlog is. De rest van het gezelschap barst in hoera-geroep uit.
Hoera voor de oorlog? Hoera voor het vooruitzicht dat binnenkort duizenden jonge mannen elkaar op het slagveld zullen staan afslachten? Hoera voor een economie die niet meer zal draaien?

Frankfurt station

Frankfurt station

Over Albert Fuglister

Albert Fuglister (°1884) is een Zwitserse zakenman, die al vijf jaar in Leuven woont en er voor een groot bedrijf werkt, als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Eind juli 1914 vertrekt hij op zakenreis naar Duitsland, waar hij observeert hoe het land zich voor een oorlog klaar maakt. Begin augustus keert hij terug naar Leuven en is dus ter plekke als de terreur op de bevolking uitbreekt. Zelf ontsnapt hij aan het ergste geweld, maar diep verontwaardigd over de militaire bezetting gaat hij onder de overlevenden op zoek naar getuigenissen over de terreur. Zijn bedoeling: bewijslast over de schendingen van de mensenrechten verzamelen en verantwoordelijken aanwijzen. Nog tijdens de oorlog geeft hij in Frankrijk en Zwitserland honderden lezingen over wat de bevolking in Leuven is aangedaan. Een mensenrechtenactivist ‘avant la lettre’.