Vele slachtoffers in Leuven kwamen om door executies voor het vuurpeleton, door bajonetsteken of ze werden op straat doodgeschoten. Een andere doodsoorzaak is verstikking of verbranding. Het overkwam de familie Respen-Massart. Bij de uitbraak van het geweld in de stad hadden zij hun toevlucht gezocht in de kelder van hun huis. Maar die beslissing werd hen fataal, toen grote stukken van de Diestsestraat in brand werden gestoken, ook hun huis. Weken later werden de verkoolde lichamen teruggevonden van vader Frans Respen, zijn vrouw Marie Elisabeth Massart en hun twee dochters. In dezelfde kelder lagen ook de verkoolde resten van de jonge kapper August Lafili (14j) uit de Mussenstraat in Leuven. Hoe de jongen daar terecht kwam? Was hij bevriend met één van de dochters? Of werkte hij daar? We weten het niet…
Zij hebben een graf in de crypte op de stedelijke begraafplaats in Heverlee gekregen: graf 25, 26 en 27, één graf voor de stoffelijke resten van moeder en dochters.