Donderdag 10 september 1914

Ramptoeristen

De nervositeit in Leuven stijgt weer, nu rond de stad duidelijk kanongebulder te horen is. Als er weer gevechten bezig zijn, dan bevinden ze zich nu dichter bij Leuven, ten oosten van de stad. Het houdt de toeristen anders niet tegen om naar de puinen in Leuven te komen kijken. Vanuit Brussel blijkt er alvast veel belangstelling te zijn.

Kort nadat het nieuws over de terreur in Leuven wereldwijd bekend was geraakt, spoedden  ramptoeristen zich naar Leuven om er zich aan de ruïnes van de stad te vergapen. De grootste materiële schade werd op foto's vastgelegd en later in de vorm van prentbriefkaartjes verspreid (foto Stadsarchief, collectie Sprengers, map 46)

Ramptoerisme is van alle tijden. Kort nadat het nieuws over de terreur in Leuven wereldwijd bekend was geraakt, spoedden ramptoeristen zich naar Leuven om er zich aan de ruïnes van de stad te vergapen. De grootste materiële schade werd op foto’s vastgelegd en later in de vorm van prentbriefkaartjes verspreid (foto Stadsarchief, collectie Sprengers, map 46)

 

Over Lodewijk Scharpé

Hoogleraar in de Germaanse filologie aan de KU Leuven, Lodewijk Scharpé (1869-1935), woonde met zijn grote gezin in de Schapenstraat in Leuven bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Midden augustus 1914 stuurde hij zes van de tien kinderen naar familie in Brugge, op veilige afstand van het snel naderende Duitse leger. Scharpé zelf bleef in Leuven. Bij het uitbreken van de terreur op de bevolking zocht hij contact met Etappen-Kommandant von Manteuffel om de wijk rond de Schapenstraat van brandstichtingen, razzia’s en moorden te vrijwaren. Toen de hele bevolking onder druk van de Duitse bezetter Leuven moest verlaten, vluchtte Scharpé met zijn gezin voor een week naar Blanden. Na zijn terugkeer begin september 1914 hielp hij bij kennissen en vrienden puin ruimen.