Samen met de journalisten Frederick Palmer en Blount trek ik met de wagen vanuit Brussel naar het front. In Leuven overtuig ik de plaatselijke commandant ervan ons de nodige doorgangspassen te geven om voorbij de controleposten te geraken. Als we ons op weg zetten, merken we al gauw dat er meer aan de hand is. Op de Tiensesteenweg waarschuwt iedereen ons dat de Duitse troepen nog maar op enkele kilometers zitten. Het verkeer wordt heel druk. Het is een gek gezicht: ‘fancy cars’ beladen met munitiedozen of voedselzakken, karren met vlees of koekjes en in grote getale hondenkarren. Alles door elkaar. De honden blaffen de hele tijd van opwinding.