Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog

Voor het begin van dit verhaal keren we terug naar de eerste oorlogsweken. Op 4 augustus 1914 verkeerde het hele land in staat van grote opwinding: de oorlog was uitgebroken! Nadat koning Albert I de voorgaande dag het Duitse ultimatum voor een vrije doortocht door België had afgeslagen, staken de eerste Duitse troepen de Belgische grens ten noorden van Luik over. Wat het land tijdens die warme zomerweken niet had durven vermoeden, gebeurde toch. In zijn ambitie om Frankrijk aan te vallen, schond Duitsland de neutraliteit van het kleine België.

Geheel onverwacht kwam de aanval niet, want de voorgaande jaren was koning Albert I nog gepolst door de Duitse keizer Wilhelm II naar de positie van België, mochten Duitse troepen door het land trekken in het geval ooit een oorlog met Frankrijk zou uitbreken.
Hoewel zeer verontrustend, werden dergelijke uitspraken als diplomatieke krachtpatserij afgedaan. De verwachting was dat bij het uitbreken van een conflict tussen de twee buurlanden, België buiten schot zou blijven. België was immers al sinds zijn onafhankelijkheid neutraal, een neutraliteit die uitgerekend ook door Duitsland en verschillende andere Europese staten werd gegarandeerd. Het bewaken van de grenzen in het oosten zou volstaan, dacht men, zoals dat ook bij de vorige Frans-Duitse oorlog van 1870 was gebeurd. Maar in 1914 liepen de zaken net even anders.