Vrijdag 4 september 2014

Terug thuis

Eindelijk terug thuis. Eergisteren bleek het veilig genoeg in Leuven om terug te keren naar ons huis in de Schapenstraat, hoewel er nog altijd geplunderd wordt en er een behoorlijk gespannen sfeer in de stad hangt. Ons huis staat gelukkig nog overeind, vrijwel onbeschadigd. Verderop in de Parijsstraat, en vooral in de buurt van de Grote en de Oude Markt is de schade niet te overzien. Iedereen is daar dakloos.

Van dienstdoend burgemeester Nerincx kreeg ik de toestemming om de inboedel van advocaat Brugmans te redden, ten minste van wat ervan overblijft in de puinen van het huis. Hij raadde ook aan om op de Kommandantur een briefje tegen plunderingen te gaan halen. Met zo’n briefje “Das Haus darf nicht betreten werden” aan de deur gekleefd, heb je meer kans dat plunderaars je met rust laten. Met zes man werkvolk hebben we de spullen van Brugmans op een stootkar geladen en naar de Miniemen overgebracht.

Een ploeg werkmannen gaat puin ruimen, hier in de Vaartstraat (foto Stadsarchief Leuven collectie Sprengers, map 45)

Een ploeg werkmannen gaat puin ruimen, hier in de Vaartstraat (foto Stadsarchief Leuven collectie Sprengers, map 45)

Over Lodewijk Scharpé

Hoogleraar in de Germaanse filologie aan de KU Leuven, Lodewijk Scharpé (1869-1935), woonde met zijn grote gezin in de Schapenstraat in Leuven bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Midden augustus 1914 stuurde hij zes van de tien kinderen naar familie in Brugge, op veilige afstand van het snel naderende Duitse leger. Scharpé zelf bleef in Leuven. Bij het uitbreken van de terreur op de bevolking zocht hij contact met Etappen-Kommandant von Manteuffel om de wijk rond de Schapenstraat van brandstichtingen, razzia’s en moorden te vrijwaren. Toen de hele bevolking onder druk van de Duitse bezetter Leuven moest verlaten, vluchtte Scharpé met zijn gezin voor een week naar Blanden. Na zijn terugkeer begin september 1914 hielp hij bij kennissen en vrienden puin ruimen.