Vrijdag 28 augustus 1914

Ontmoeting in een (bijna) lege stad

Ik zet mijn tocht door de stad voort. Nu ik de vernielingen met eigen ogen kan aanschouwen, is het voor mij duidelijk dat Leuven zwaar is aangepakt door diegenen die de stad bezetten. Op de Grote Markt aangekomen zie ik nog altijd kleine brandhaarden, hoewel zovele gebouwen, ook in de omliggende straten, al volledig zijn uitgebrand. De Sint-Pieterskerk heeft geen dak meer, de vensters zijn vernield en binnen in de kerk lijkt het alsof een tornado door het gebouw is geraasd. Vele zijkapelletjes zijn met altaar en meubilair in brand gestoken.

Op de Markt zelf staat merkwaardig genoeg nog één gebouw onbeschadigd overeind: het prachtige, gotische stadhuis. Te zien aan de bewakers op de pui is dat het hoofdkwartier van de Kommandantur, de bevelhebber van de Duitse bezettingsmacht von Manteuffel heeft er zijn intrek genomen.

Als ik op weg ben naar de hallen en de wereldberoemde universiteitsbibliotheek in de Naamsestraat, ontmoet ik onderweg een oud mannetje dat op de drempel van zijn huis zit. Zijn woning is alleen door kogels beschadigd. Hij vertelt me over het vertrek van zijn huisgenoten die allemaal zijn gevlucht voor het aangekondigde bombardement op de stad: zijn zoon, schoondochter en kleinkinderen. Ik vroeg me al af waarom de stad er zo verlaten bij ligt.

Ook de bejaarde man was zelf vertrokken, maar raakte verdwaald en is met een kleinkind teruggekeerd naar zijn huis in Leuven. Omdat ik toch nog een overnachtingsplaats zoek, vraag ik of ik bij hem een slaapplaats kan krijgen. Plaats is er toch genoeg. Het mannetje vraagt alleen een stuk brood in ruil, want eten is er in de stad niet meer te vinden en zijn kleinkind heeft al de hele dag niets kunnen eten. Honger dat ze hebben!

 

Over Lambertus Mokveld

Lambertus Mokveld is Nederlands oorlogscorrespondent voor de krant De Tijd. Voor zover bekend is hij de eerste journalist die het verwoeste Leuven bereikte, waarschijnlijk op 27 of 28 augustus 1914. In september 1914 keerde hij er terug voor een week.